Werkgevers hebben op 1 januari 2012 de kans om over te stappen op de werkkostenregeling, maar er weinig belangstelling voor. Al eerder bleek dit uit een tussenevaluatie die staatssecretaris Weekers van Financiën naar de Tweede Kamer stuurde. De werkkostenregeling vervangt veel regelgeving rondom kostenvergoedingen aan werknemers. Per 1 januari 2014 is de regeling verplicht. Slechts 13% van de werkgevers geeft aan over te stappen.

De meerderheid van de door Deloitte bevraagde werkgevers meldt dat de werkkostenregeling niet wordt ervaren als een lastenverlichting. Volgens de overheid zou dit wel het geval moeten zijn. Overgaan naar de werkkostenregeling is voor 70% van de werkgevers een reden om de arbeidsvoorwaarden nog eens goed te bekijken. ‘Opvallend is dat slechts 20% van de organisaties ook daadwerkelijk gaat bezuinigen op de vergoedingen aan werknemers’, aldus David Thomas van Deloitte. ‘Daarnaast moeten bedrijven inzien dat de werkkostenregeling wel zeker voordelen in zich heeft. Zo hoeft de werkgever de vergoedingen en verstrekkingen niet meer per werknemer bij te houden en is de werkgever binnen de forfaitaire ruimte niet meer gebonden aan fiscale spelregels. Daarnaast kan de werkkostenregeling ook een besparing op de personeelskosten met zich mee brengen.’

Weekers heeft toegezegd de forfaitaire ruimte verhogen van 1,6% per 1 januari 2013. Dit is een reden om de overstap nog even uit te stellen.‘De organisaties die nog twijfelen om over te stappen, pakken dergelijke berichtgeving op om nog even te wachten’, stelt Thomas. De verhoging geeft werkgevers meer ruimte om onbelaste vergoedingen te geven. Aan de andere kant geeft ongeveer de helft van de respondenten aan het huidige forfait van 1,4% genoeg te vinden.