Nu het Binnenhof in Den Haag verlaten is vanwege het zomerreces, heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën een grote schoonmaak gehouden. Een aantal bepalingen rondom loonheffingsregelingen zijn geschrapt.  

Misschien wel de belangrijkste opschoning is de afschaffing van de crisisheffing. Werkgevers moesten door de invoering van de heffing, 16 procent over het jaarinkomen van hun werkgevers betalen die boven de € 150.000 verdienden. Dit was één van de maatregelen om het begrotingstekort terug te dringen.

In 2014 besloot de rechtbank in Den Haag dat de crisisheffing voor hoge lonen niet in strijd was met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarop werd de heffing met terugwerkende kracht, ondanks de vele protesten van werkgevers, alsnog verlengd.

Echter, werkgevers waren deze eindheffing alleen in 2013 en 2014 verschuldigd. De regels voor de bepaling van de hoogte van het loon voor deze heffing hoeven dus niet langer in Besluit Loonheffingen Diverse Onderwerpen te staan en daarom heeft Wiebes dit onderdeel geschrapt.

WKR
Een andere aanpassing in ditzelfde besluit gaat over de toepassing van eindheffing vóór de werkkostenregeling. De WKR is sinds 2015 verplicht voor elke werkgever,  waardoor de regels verouderd zijn. Voor de vergoeding van aan- en verkoopkosten bij zakelijke verhuizing en de vergoeding van schade die normaal gesproken niet wordt verzekerd, geldt dat ze tegenwoordig onder de vrije ruimte vallen.

Andere aangepaste besluiten zijn te lezen via deze link: ‘BLKB 2016 765M, Loonheffingen. Wijziging beloningen …