In het eerste kwartaal van 2015 zijn de contractuele loonkosten met 0,4 procent gestegen. Deze laagste toename sinds vijftien jaar heeft te maken met het feit dat werkgevers minder hoeven bij te dragen aan premies. De cao-loonstijging is dit kwartaal met 1,2 procent gestegen.

Deze cijfers zijn onlangs bekend gemaakt door het CBS en kunnen relevant zijn voor de salarisadministratie. Zoals genoemd is het lage percentage contractuele loonkosten een gevolg van de afgenomen premiekosten voor werkgevers, waaronder die voor pensioen en WW.

Sectoren
De geringe toename van de contractuele loonkosten ligt in alle sectoren onder die van de cao-lonen. Sectoren die eruit springen, zijn industrie, energievoorziening en de overheid. De cao-loonstijging was in de industrie namelijk het hoogst met 1,9 procent in het eerste kwartaal van 2015. Dit heeft te maken met de loonafspraken die vorig jaar binnen deze bedrijfstak van kracht werden. In de energievoorziening namen de lonen met 0,6 procent het minst toe.

De overheid heeft te maken met het grootste verschil tussen de contractuele loonkosten en de cao-lonen. De daling van de pensioenpremie is namelijk net zo groot als de loonstijging van 1,4 procent, met als gevolg dat de contractuele loonkosten bij de overheid in het eerste kwartaal ongewijzigd blijven ten opzichte van een jaar eerder.