De Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is per 1 januari 2020 van kracht. Deze nieuwe wet stimuleert werkgevers om medewerkers vast in dienst te nemen. Voor medewerkers met een vast contract hoeft de werkgever minder WW-premie (2,94% in plaats van 7,94%) af te dragen aan de fiscus. Hiervoor moest de werkgever voldoen aan het schriftelijkheidsvereiste. Minister Koolmees heeft deze eis inmiddels versoepeld.
In de loop van december 2019 verleende minister Koolmees al uitstel tot 1 april 2020 voor het voldoen aan het schriftelijkheidsvereiste. Dankzij deze versoepeling mogen werkgevers voor medewerkers die reeds vóór 1 januari 2020 in dienst zijn een J neerzetten in de rubriek schriftelijke arbeidsovereenkomst in de aangifte loonheffingen. Voor nieuwe vaste contracten (medewerker na 1 januari 2020 in vaste dienst), geldt dit uitstel niet. Voldoen de medewerkers voor wie de werkgever de lage WW-premie betaalt vóór 1 april 2020 niet aan het schriftelijkheidsvereiste? Dan moet de werkgever alsnog met terugwerkende kracht de hoge WW-premie afdragen aan de fiscus.
Eind december versoepelde Koolmees de regels andermaal. Naast uitstel van het schriftelijkheidsvereiste, is deze eis zelf nu ook versoepeld. Waar aanvankelijk een ‘natte’ handtekening van werkgever en medewerker onder de arbeidsovereenkomst vereist was, mag de medewerker zijn vaste arbeidsovereenkomst nu ook digitaal (per e-mail) ondertekenen. De werkgever komt dan in principe in aanmerking voor de lage WW-premie.