De pensioenfondsen lijken zich langzaamaan te herstellen, waardoor nieuwe verlagingen op de pensioenen waarschijnlijk niet doorgevoerd worden. Desondanks is er op 15 april een wetvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer dat bepleit de pensioenen te versoberen.
Zoals in het artikel over implicaties van het Mondriaan akkoord 2013 te lezen is, heeft het kabinet het plan gevat om drie miljard te bezuinigen op pensioenen. Onder andere door het belastingvoordeel van pensioensparen, voor inkomens boven de 100.000 euro per jaar, af te schaffen. Een andere ingreep is dat het opbouwpercentage van 2,5 procent naar 1,75 procent wordt aangepast, per januari 2015.
Verlaging opbouwpercentage
De zogenoemde ‘Wet verlaging maximum opbouw- en premiepercentages pensioenen en maximering pensioengevend inkomen’, is opgesteld om de ontwikkelingen rond de arbeidsmarkt en de hogere levensverwachting bij te benen, aldus minister Weekers. De aanname is dat in veertig jaar iedereen een pensioen opgebouwd heeft (via de werkgever, zogenoemd ‘tweede pijler’) van ongeveer 70% van het gemiddeld verdiende loon. Hiermee wordt het opbouwpercentage met 0,4% verlaagd. Deze verlaging is tevens van toepassing op de opbouw van de oudedagsvoorziening via een lijfrente(derde pijler). De loonadministratie zal daarom kunnen rekenen op aanpassingen binnen de tweede en derde pijler. Een ander belangrijke verandering op administratief gebied is dat inkomens boven de 100.000 euro per jaar, geen pensioen meer op kunnen bouwen waarvan de pensioenpremie fiscaal aftrekbaar is.
Herstel pensioenen
Een positieve klank vanuit de vijf grootste sectorfondsen voor de zorg, overheid, metaal en bouw, doet de pijn wat verzachten. Deze behaalden eind maart allen een dekkingsgraad van boven de 100 procent, waardoor de kans op verlagingen afneemt. De fondsen die het meest hebben ingegrepen in de pensioenen, zien de grootste stijging van de dekkingsgraad. Toch blijft het risico bestaan dat er nieuwe verlagingen doorgevoerd moeten worden aan het einde van dit jaar. De eis is dat alle fondsen een dekkingsgraad van rond de 105 procent hebben. Wanneer een fonds dit percentage niet bereikt, moet er alsnog flink ingehouden worden op de pensioenen. Daarnaast is het zo dat wanneer er een tekort ontstaat bij een fonds, een werknemer die switcht van sector, zijn pensioen niet mee kan nemen naar het fonds van de nieuwe werknemer.