De Regeling looncomponenten en arbeidsduur is onlangs gewijzigd, omdat onduidelijkheid bestond over de definitie van een kalendermaand. Een maand kan een periode van 28, 29, 30 of 31 dagen inhouden. De periode betreft nu officieel 30 kalenderdagen. 

De wijziging moet ervoor zorgen dat de regeling beter uitvoerbaar wordt, zodat medewerkers de juiste vergoeding krijgen na ontslag. De hoogte van vergoedingen, zoals de transitieveroeding, wordt voor oproepkrachten namelijk berekend op basis van de gemiddelde arbeidsduur in de twaalf maanden voorafgaand aan het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt.

Voorverlenging
Er vindt voorverlenging plaats van de genoemde periode van twaalf maanden, wanneer perioden van staking, verlof of ziekte een maand of lager duren. De maand betreft vanaf heden dus 30 kalenderdagen. Dit geldt zoals gezegd alleen voor werknemers die geen vast aantal uur werken.

Als een dergelijke werknemer langer dan 60 dagen niet gewerkt heeft vanwege eerder genoemde oorzaken, dan vindt voorverlenging van twee kalendermaanden plaats.

Let op: wanneer een werknemer van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 een contract heeft gehad op oproepbasis en daarin heeft hij in totaal 30 dagen niet gewerkt in verband met ziekte en vakantie, dan wordt hoogte van zijn transitievergoeding berekend over de werkperiode vanaf december 2014 in plaats van januari 2015.