Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken heeft een voorstel gedaan om onbedoelde effecten van de nieuwe ontslagregeling tegen te gaan. De terugwerkende kracht van de regeling, die per 1 juli van dit jaar ingaat, wordt ingeperkt.
De ontslagregeling stuitte op veel kritiek, nadat duidelijk werd dat bedrijven voor seizoens- of tijdelijke medewerkers eerder een transitievergoeding (ontslagvergoeding) betalen. Zowel de politiek als het bedrijfsleven waren bang dat daardoor de tijdelijke arbeidskrachten geen kans zouden maken op een vast contract en direct na het tijdelijk dienstverband ontslagen zouden worden. Vooral de onderbrekingsperiode tussen twee contracten en de daarop toegepaste terugwerkende kracht bleek een issue.
Terugwerkende kracht
Als reactie op de kritiek beloofde Asscher op korte termijn naar de regeling te kijken en een nieuw voorstel te doen. Inmiddels is zijn oplossing bekend gemaakt: tijdelijke contracten van vóór juli 2012, met daarin een korte onderbreking, tellen niet mee voor de transitievergoeding. De terugwerkende kracht wordt daarmee dus ingeperkt. Daarnaast hoeft de vergoeding niet direct betaalt te worden, mits de werkgever de tijdelijke kracht belooft dat die binnen zes maanden weer aan het werk kan.
Vakbonden hebben aangegeven tevreden te zijn met de aanpassing van de nieuwe ontslagregeling. De grootste verandering van het oude systeem naar de nieuwe opzet is dat zowel vaste als tijdelijke werknemers bij een dienstverband langer dan twee jaar of langer recht krijgen op een transitievergoeding. Eerder gold dat alleen voor vaste medewerkers. Voorwaarde is wel dat het initiatief van het ontslag bij de werkgever ligt. Salarisadministrateurs moeten alert zijn op de aankomende veranderingen.